Onze taaladviezen

Tekstschrijven is een vak. En bij het schrijven van teksten komen veel taalvragen voorbij. Dit naslagwerk geeft erop antwoord. Het is bestemd voor iedereen die heldere en informatieve teksten wil schrijven en vloeit voort uit onze jarenlange praktijk.

Haakjes

Op woordniveau
Op zinsniveau

 

Op woordniveau

Bij het plaatsen van haakjes om delen van een woord nemen we de volgende regels in acht: we voegen in principe geen interpunctie toe (behalve bij afbreken, zie laatste voorbeeld) en plaatsen de haakjes zodanig dat hetgeen dat buiten de haakjes overblijft op zichzelf kan staan. In het eerste voorbeeld kan Frankrijk op zichzelf staan, maar -Frankrijk niet.

Voorbeelden

- Zuid-Frankrijk wordt (Zuid-)Frankrijk, niet: (Zuid)-Frankrijk
- Woordenboek wordt (woorden)boek, en niet: (woorden-)boek of (woorden)-boek
- Afbreken van (woorden)boek wordt (woorden-)boek

Op zinsniveau

Bij het plaatsen van haakjes om zinsdelen of zinnen hanteren we de volgende regels: bij een hele zin slothaakje ná de laatste punt, bij een zinsdeel slothaakje voor de slotpunt.

Voorbeelden

- Ik leef als een god in Zuid-Frankrijk. (Ik heb namelijk de jackpot gewonnen.)
- Het is heerlijk om in een woordenboek rond te dwalen (behalve als er werk aan de winkel is). 

Gebruik geen haakjes in de directe rede. Men kan immers niet tussen haakjes spreken. Gebruik in plaats daarvan gedachtestreepjes.