Onze taaladviezen

Tekstschrijven is een vak. En bij het schrijven van teksten komen veel taalvragen voorbij. Dit naslagwerk geeft erop antwoord. Het is bestemd voor iedereen die heldere en informatieve teksten wil schrijven en vloeit voort uit onze jarenlange praktijk.

Apostrof

Volgens de Leidraad: géén apostrof bij tweedenaamvals-s in woorden die eindigen op een medeklinker of een stomme e (nu ook bij buitenlandse namen!): Jeannettes jurkje, Esmés bloesje (analoog aan cafés), Belgiës talenstrijd, Mickeys talent.

Gebruik eveneens geen apostrof bij woorden die eindigen op -e, -é, -ee, -eau, -eu, -oe, -ie en klinker plus y. Dit geldt voor zowel meervoudsvormen als genitieven: cafés, lawines, toffees, bureaus, milieus, kangoeroes, jockeys, Cornés trui, Annies huis, Annes jas.

Gebruik een apostrof bij afleidingen van letterwoorden of zelfstandig gebruikte letters én bij woorden die eindigen op een medeklinker plus de letter y:AOW'er, IBM'er, ING'er, twee a's teveel, bv's, VVV's, bv'tje, KVV'ertje, baby'tje.

Omwille van de duidelijkheid kan het verstandig zijn bij bijvoeglijk gebruik (genitief) van buitenlandse (bedrijfs)namen wél een apostrof te gebruiken:Joyce's Ulysses, Céline's navrante stijl, Petrochem's raffinaderij. Pas dit binnen dezelfde tekst wel consequent toe. Dus niet: Shakespeares gedichten en Goethe's proza.