Onze taaladviezen

Tekstschrijven is een vak. En bij het schrijven van teksten komen veel taalvragen voorbij. Dit naslagwerk geeft erop antwoord. Het is bestemd voor iedereen die heldere en informatieve teksten wil schrijven en vloeit voort uit onze jarenlange praktijk.

Enkel- en meervoud

Enkel- en meervoud

Zowel... als
Beide/beiden

Zowel... als
In de regel gebruikt u enkelvoud in de constructie 'zowel... als'. Waarom wordt duidelijk als we de zin in een andere volgorde zetten, zoals in voorbeelden 2 en 3.

1. Zowel Jan als Piet is ziek.
2. Jan, zowel als Piet, is ziek.
3. Jan is ziek, zowel als Piet.

U gebruikt wel meervoud als een van beide delen een meervoud is, als de twee delen om verschillende persoonsvormen vragen of als er een nadere aanduiding in het meervoud volgt.

4. Zowel Jan als de kinderen zijn ziek.
5. Zowel Jan als ik zijn ziek.
6. Zowel Jan als Piet zijn liefhebbers van oesters.

Beide/beiden
De regel voor het schrijven van de slot-n moet als volgt opgevat worden: er komt alleen een n achter beide als er verwezen wordt naar uitsluitend personen.

7. Jan en Piet zijn beiden ziek van de oesters.
8. Paard en ruiter kwamen beide ten val.